Contemplatieve dialoog in programma’s

Afgelopen week was er binnen Twynstra Gudde een mooie bijeenkomst over 'de waarde van diversiteit'. Dat ging onder meer over hoe we omgaan met mensen met verschillende geloofsovertuigingen en wat het betekent voor je dagelijkse werk om vanuit een bepaalde geloofsovertuiging te handelen. Aan het eind van de week sprak ik één van de deelnemers over de waarde die zijn geloof voor hem heeft en over het feit dat hij er veel baat bij heeft om regelmatig in de Bijbel te lezen en daarover te spreken met vrienden. Een manier om actief te reflecteren op het eigen handelen en zo bewust te leven en te leren.

Het deed me terugdenken aan een sessie met een groep programmamanagers eerder die week waarin het ook ging over het belang en de waarde van regelmatige reflectie op het eigen handelen. Het bleek maar weer eens hoe ongelooflijk lastig het is daar ruimte voor te maken in de dagelijkse hectiek. Niet toevallig haalde ik een werkvorm aan die zijn wortels heeft in het geloof: de contemplatieve dialoog. Deze vorm van spreken en luisteren is ontleend aan de inzichten van Ignatius van Loyola, die in de 16e eeuw de Jezuïetenorde stichtte. Laat ik niet te ver uitwijden over de oorsprong, maar vooral inzoomen op de functie en vorm.

De contemplatieve dialoog is een vorm van dialoog die geworteld is in gebed en meditatie, aldus Jos Kessels in Vrije ruimte, praktijkboek (2008). Het doel is de deelnemers over een bepaald thema een dieper inzicht te laten verkrijgen in hun eigen persoonlijke overtuigingn en die van de anderen, om daarna tot een passend besluit te komen. In de contemplatieve dialoog gaat het volgens Kessels om:

  • ontvankelijk te zijn voor de zielenroerselen van anderen
  • gericht te zijn op het begrijpen van de ander, pas daarna op het zelf begrepen worden
  • inzicht te krijgen in de innerlijke processen van twijfel, ergernis, teleurstelling, hoop en vreugde
  • het gewenste effect voor de hele organisatie in beeld te krijgen

Waar het wat mij betreft om gaat, is om op een andere manier dan gebruikelijk met elkaar in gesprek te komen. Met name om gelijkwaardig eigenaar- en deelnemerschap aan het gesprek tot stand te brengen en zo krachtigere verbindingen tussen de deelnemers te creëren. Niet om elkaar te overtuigen, maar om écht naar elkaar te luisteren, elkaar te willen begrijpen en de diversiteit die aanwezig is te gaan waarderen. Het beperkt ingewikkelde discussies en 'groupthink' en stimuleert ieders deelname aan de groep en het groepsproces.

Op internet vind je allerlei varianten van de contemplatieve dialoog. Degene waar ik mee gewerkt heb gaat zo:

  • Je kiest een thema waar je het over wil hebben en waarover je meer diepgang en verbinding met elkaar wil bereiken, bv over de samenwerking in het team of met de belanghebbenden. Je selecteert een gespreksleider en zorgt ervoor dat de groep deelnemers niet groter is dan zo'n tien personen.
  • Iedere deelnemer aan het gesprek schrijft voor zichzelf en in stilte op wat het thema met hem/haar doet, hoe hij/zij zich ertoe verhoudt, welke vragen, dilemma’s of uitdagingen het oproept, en dergelijke. Afhankelijk van het onderwerp en wat je met de dialoog wil bereiken zoom je met je vragen in en kies je andere vragen.
  • Na het opschrijven leest eenieder in willekeurige volgorde rustig aan elkaar voor wat hij/zij geschreven heeft, zonder vragen, commentaar of reactie. Het gaat om letterlijk voorlezen, ook om te voorkomen dat je gaat bijstellen naar aanleiding van wat degenen voor je hebben gezegd. Daarom is het opschrijven zo belangrijk. 
  • Na het voorlezen door iemand is iedereen even lang stil als dat er daarvoor door die persoon gesproken is.
  • Je kunt mensen de ruimte geven om aantekeningen te maken, zolang ze maar niet gaan rommelen aan hun tekst. De aantekeningen zijn dan puur bedoeld om beter te kunnen onthouden wat iemand heeft gezegd en wat je raakt. Het liefst zou je willen dat mensen zo goed luisteren, dat opschrijven niet nodig is.
  • Dit doe je totdat iedereen gesproken heeft.
  • Eventueel kun je nog een ronde doen, afhankelijk van de behoefte en de energie in de groep. Mensen noteren dan wat hen geraakt of aan het denken gezet heeft en dit lezen ze wederom voor.
  • Als je niet nog een ronde doet, is het tijd voor een afsluitend gesprek om te bespreken wat er op tafel ligt. Welke onderliggende thema’s, kansen en uitdagingen dienen zich aan? Welke verschillen in gezichtspunten kwamen er naar voren? Welke inzichten ontstonden er? En wat wil je hiermee?
  • Je sluit de dialoog af met formuleren wat de persoonlijke opbrengsten zijn en tot welk besluit de dialoog heeft geleid. Daarna neem je vijf minuten gezamenlijke stilte. 

Ik heb de contemplatieve dialoog zelf ervaren als een ongelooflijk krachtige manier om écht met elkaar in contact te komen en diepgang te vinden. De rust en stilte speelt daarin een belangrijke rol, alsook de diversiteit die boven tafel komt doordat je niet direct op elkaar reageert en iedereen de ruimte krijgt om te spreken.

Natuurlijk, het punt van 'geen tijd, geen tijd' – als excuus om niet aan tussentijdse reflectie en review te doen in programma's – los je hiermee niet op. Sterker nog, het roept waarschijnlijk eerder het tegenovergestelde gevoel op, namelijk dat van vertraging. En dat klopt ook wel: vertragen om daarna te kunnen versnellen.

Denk mee en reageer

Er zijn nog geen reacties geplaatst.